Koppels in Polen
Last updated on: 11.05.2022
De versie in de Engelse en nationale taal van deze pagina wordt onderhouden door het nationale contactpunt. Het vertalen en bijwerken in de overige talen wordt geleidelijk uitgevoerd. Daarom is het mogelijk dat eventuele recente updates niet beschikbaar zijn in uw taal. Raadpleeg voor de meest recente informatie het Engels of de nationale taal van het land waarover u informatie zoekt.
1.1. Welk recht is van toepassing op het vermogen van de echtgenoten? Welke criteria/regels worden gebruikt om het toepasselijke recht te bepalen? Welke internationale verdragen moeten worden gerespecteerd met betrekking tot bepaalde landen?
Persoonlijke en vermogensrelaties tussen echtgenoten worden beheerst door het recht van het land waarvan beide echtgenoten de nationaliteit hebben (Art. 51 lid 1 van het Internationale Privaatrecht). Als de echtgenoten niet dezelfde nationaliteit hebben, is het recht van het land waar beide echtgenoten woonachtig zijn van toepassing ("woonplaats" is de plaats waar een persoon verblijft met de bedoeling zijn/haar permanente verblijfplaats daar te vestigen; Art. 25 van het Burgerlijk Wetboek). Als de echtgenoten niet in hetzelfde land woonachtig zijn, is het recht van het land waar beide echtgenoten hun verblijfplaats hebben gevestigd van toepassing. Als de echtgenoten niet in hetzelfde land verblijven, is het recht van het land waarmee de echtgenoten het nauwst verbonden zijn van toepassing (Art. 51 lid 2 van het Internationale Privaatrecht).1.2. Hebben de echtgenoten de mogelijkheid het toepasselijke recht te kiezen? Zo ja, door welke beginselen wordt deze keuze dan bepaald (bijvoorbeeld voor welk recht kan gekozen worden, vormvereisten, retroactiviteit)?
De echtgenoten kunnen ervoor kiezen om hun vermogensrelaties en huwelijke voorwaarden/een huwelijkscontract onder het recht te laten vallen van het land van nationaliteit van een van de echtgenoten of van het land waar een van de echtgenoten woonachtig is of verblijft. Ze kunnen het toepasselijke recht ofwel vóór het huwelijk ofwel tijdens het huwelijk kiezen (Art. 52 lid 1 van het Internationale Privaatrecht). Doen ze dit niet, worden/wordt de huwelijkse voorwaarden/het huwelijkscontract beheerst door het recht dat van toepassing was op de persoonlijke en vermogensrelaties tussen de echtgenoten op het ogenblik waarop de huwelijkse voorwaarden/het huwelijkscontract werden/werd aangegaan (Art. 52 lid 2 van het Internationale Privaatrecht).De rechtskeuze is slechts geldig als deze wordt uitgebracht zoals bepaald voor huwelijkse voorwaarden/het huwelijkscontract door het gekozen recht of door het recht van het land waarin de rechtskeuze wordt uitgebracht (Art. 52 lid 3 van het Internationale Privaatrecht). Volgens het Poolse recht moete/moet de huwelijkse voorwaarden/het huwelijscontract worden aangegaan in de vorm van een authentieke notariële akte (Art. 73 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek en Art. 47 lid 1 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij).
2.1. Beschrijf de algemene beginselen: Welke goederen maken deel uit van de gemeenschap van goederen? Welke goederen zijn onderdeel van het privé vermogen van de echtgenoten?
Het wettelijke huwelijksvermogensregime is de gemeenschap van goederen en wordt van kracht op het ogenblik wanneer het huwelijk wordt voltrokken. Hieronder vallen activa die zowel afzonderlijk als gezamenlijk tijdens het regime door de echtgenoten worden verworven (gemeenschappelijke goederen). Activa die niet tot de gemeenschap van goederen behoren, vallen onder de persoonlijke goederen van elke echtgenoot (Art. 31 lid 1 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij).Onder de gemeenschap van goederen vallen in het bijzonder:
- Vergoedingen ontvangen voor werk en inkomsten uit andere winstgerichte activiteiten;
- Inkomsten uit de gemeenschappelijke goederen en uit de persoonlijke goederen van elk van de echtgenoten;
- Financiële voordelen uit een beleggings- of pensioenfonds (Art. 31 lid 2 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij)..
Huisraad die door beide echtgenoten wordt gebruikt valt ook onder de gemeenschap van goederen als ze werden verworven door erfenis, legaat of schenking, tenzij de erflater of schenker anders bepaalde (Art. 34 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij).
Onder de persoonlijke goederen van elke echtgenoot valt (zonder zich te beperken tot) het volgende:
- activa die werden verworven voordat de gemeenschap van goederen van kracht ging, activa verworven door erfenis, legaat of schenking tenzij de erflater anders bepaalde, activa die uitsluitend door een van de echtgenoten worden gebruikt, activa verkregen als beloning voor de persoonlijke inspanningen van een van de echtgenoten en activa verworven in ruil voor eigen activa, tenzij bijzondere andersluidende bepalingen;
- eigendomsrechten op basis van mede-eigendom die onder afzonderlijke voorschriften vallen (bv. mede-eigendom in een burgerlijke vennootschap of een handelsvennootschap);
- onvervreemdbare rechten waartoe slechts één persoon gerechtigd kan zijn;
- activa ontvangen als schadevergoeding voor lichamelijke verwondingen of een gezondheidsaandoening of als vergoeding voor geleden nadeel. Hieronder vallen echter geen invaliditeitsuitkeringen ontvangen wegens het gedeeltelijke of volledige verlies van verdiencapaciteit van een echtgenoot of wegens zijn/haar toegenomen behoeften of afgenomen vooruitzichten voor de toekomst.
- vorderingen voor vergoeding van werk of voor inkomsten uit andere winstgerichte activiteiten;
- auteurs- en daaraan gerelateerde rechten, intellectuele-eigendomsrechten of andere rechten van een ontwerper (Art. 33 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij).
2.2. Zijn er wettelijke veronderstellingen met betrekking tot de toekenning van goederen?
Of een specifiek goed wordt toegewezen aan de gemeenschap of behoort tot het persoonlijk vermogen, hangt af van de categorie waartoe het goed behoort, rekening houdend met de manier waarop het werd verworven (zie 2.1).2.3. Moeten de echtgenoten een inventaris van de bezittingen opstellen? Zo ja, wanneer en hoe?
Dit is niet vereist. Er kan echter altijd een inventaris worden opgesteld om als bewijs te dienen.2.4. Wie is verantwoordelijk voor het beheer van het vermogen? Wie mag goederen vervreemden? Mag één echtgenoot alleen de goederen vervreemden/beheren of is de toestemming van de andere echtgenoot nodig (bijvoorbeeld in geval van vervreemding van echtelijke woning)? Welk effect heeft de ontbrekende toestemming op de geldigheid van een overdracht en op de tegenwerpbaarheid daarvan aan een derde?
2.5. Is een overdracht verricht door de ene echtgenoot ook bindend voor de andere?
Elke echtgenoot kan afzonderlijk de activa bezitten en gebruiken die deel uitmaken van de gemeenschap van goederen (Art. 341 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij). Tijdens het wettelijke regime van gemeenschap van goederen kan geen van beide echtgenoten verzoeken de gemeenschappelijke goederen te verdelen. Bovendien kan geen van beide echtgenoten beschikken over of zich ertoe verbinden te beschikken over een deel van de gemeenschap van goederen of van een specifiek goed ervan dat hem/haar zou toekomen bij beëindiging van het wettelijke regime (Art. 35 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij). Echtgenoten hebben de verplichting om samen goederen behorende tot de gemeenschap van goederen te beheren (Art. 36 lid 1 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij). Elke echtgenoot kan de gemeenschap alleen beheren, maar de hieronder beschreven activiteiten vallen niet onder een dergelijk beheer (d.w.z. activiteiten waarvoor de instemming van de andere echtgenoot vereist is). Een echtgenoot kan zich verzetten tegen het beheer van de gemeenschap door de andere echtgenoot, tenzij wat betreft handelingen met betrekking tot alledaagse aangelegenheden, handelingen met de bedoeling om te voldoen aan de alledaagse behoeften van het gezin of handelingen die worden uitgevoerd als deel van een winstgerichte activiteit (Art. 36<a href="#note-1">1</a>? lid. 1 en 2 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij).Indien een van de echtgenoten dit verzoekt, kan de rechtbank om een belangrijke reden de andere echtgenoot het recht ontnemen om de gemeenschap van goederen alleen te beheren. De rechtbank kan tevens beslissen dat gerechtelijke toestemming vereist is in plaats van de instemming van de echtgenoot voor handelingen zoals bepaald in Art. 37 lid 1 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij.
De instemming van de andere echtgenoot is vereist voor:
- Alle rechtshandelingen met betrekking tot overdracht, bezwaring of aankoop van onroerende goederen of van het levenslange vruchtgebruik of enige andere rechtshandeling met betrekking tot het gebruik en de exploitatie van de onroerende goederen;
- Alle rechtshandelingen met betrekking tot de overdracht, bezwaring of aankoop van een zakelijk recht op een gebouw of panden;
- Alle rechtshandelingen met betrekking tot de overdracht, bezwaring, aankoop of lease van een landbouwbedrijf of een onderneming;
- Schenkingen uit de gemeenschappelijke goederen, met uitzondering van gebruikelijke kleine schenkingen (Art. 37 lid 1 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij).
Alle overeenkomsten die een van de echtgenoten aangaat zonder de vereiste instemming van de andere echtgenoot zijn nietig en ongeldig, tenzij de andere echtgenoot deze alsnog goedkeurt. Een eenzijdige rechtshandeling van één echtgenoot zonder de vereiste instemming van de andere is eveneens nietig en ongeldig (Art. 37 lid 2-4 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij).
2.6. Wie is aansprakelijk voor de schulden tijdens het huwelijk? Op welke goederen kunnen schuldeisers zich verhalen?
Beide echtgenoten zijn hoofdelijk aansprakelijk voor schulden die een van hen aangaat om te voldoen aan de alledaagse behoeften van het gezin (Art. 30 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij). Als een van de echtgenoten een schuld aangaat met de instemming van de andere echtgenoot, kan de schuldeiser eisen dat de gemeenschappelijke goederen ook worden aangewend om de schuld af te lossen. Als een van de echtgenoten een schuld aangaat zonder de instemming van de andere echtgenoot of als de schuld niet verband houdt met een rechtshandeling, of als de schuld werd aangegaan vóór de gemeenschap van goederen tussen de echtgenoten van kracht werd, of als de schuld betrekking heeft op eigen activa, kan de schuldeiser enkel eisen dat de schuld wordt voldaan uit de eigen goederen van de schuldenaar of specifieke activa die tot de gemeenschap van goederen behoren (bv. vergoeding van werk) (Art. 41-42 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij).3.1. Van welke bepalingen kunnen de echtgenoten afwijken door een contract te makenen en welke niet? Voor welk huwelijksvermogenstelsel kunnen zij kiezen?
Echtgenoten kunnen het wettelijke regime van gemeenschap van goederen uitbreiden of beperken of een regime van scheiding van goederen of scheiding van goederen met verrekening van aanwinsten vestigen door middel van huwelijkse voorwaarden/een huwelijkscontract (opgesteld in de vorm van een authentieke notariële akte). Deze huwelijkse voorwaarden/dit huwelijkscontract kunnen/kan worden aangegaan ofwel voordat het huwelijk wordt voltrokken ofwel tijdens het huwelijk. De huwelijkse voorwaarden/het huwelijkscontract kunnen/kan worden gewijzigd of worden opgeheven. In het geval van opheffing tijdens het huwelijk bepaalt de wet dat het wettelijke regime van gemeenschap van goederen van toepassing is op de echtgenoten, tenzij de echtgenoten anders overeenkomen. Indien er derden zijn betrokken, kan een echtgenoot verwijzen naar de huwelijkse voorwaarden/het huwelijkscontract als die derden op de hoogte waren van het feit dat die huwelijkse voorwaarden/dat huwelijkscontract waren/was aagegaan en de inhoud daarvan(Art. 47 en 471 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij).De echtgenoten mogen de gemeenschap van goederen niet uitbreiden naar:
- Activa die in de toekomst kunnen worden verworven door erfenis, legaat of schenking;
- Eigendomsrechten op basis van mede-eigendom die onder afzonderlijke voorschriften vallen (bv. mede-eigendom in een burgerlijke vennootschap of een handelsvennootschap);
- Onvervreemdbare rechten waartoe slechts één persoon gerechtigd kan zijn;
- Vorderingen van schadevergoeding wegens lichamelijke verwondingen of gezondheidsaandoeningen, op voorwaarde dat deze niet tot de gemeenschap van goederen behoren, of vorderingen tot vergoeding van geleden nadeel;
- Nog niet ontstane vorderingen van de echtgenoten tot vergoeding van werk of tot inkomsten uit andere winstgerichte activiteiten (Art. 49 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij).
3.2. Wat zijn de formele vereisten en met wie moet ik contact opnemen?
De huwelijkse voorwaarden/het huwelijkscontract moeten/moet worden aangegaan in de vorm van een authentieke notariële akte, zo niet zijn/is de huwelijkse voorwaarden/het huwelijkscontract nietig en ongeldig (Art. 47 lid 1 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij en Art. 73 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek).3.3. Wanneer kan het contract worden gesloten en wanneer treedt het in werking?
De huwelijkse voorwaarden/het huwelijkscontract kunnen/kan worden aangegaan vóór het huwelijk en worden/wordt in dat geval van kracht wanneer het huwelijk wordt voltrokken. De huwelijkse voorwaarden/het huwelijkscontract kunnen/kan ook tijdens het huwelijk worden aangegaan en worden/wordt in dat geval onmiddellijk van kracht.3.4. Kan een bestaand contract gewijzigd worden door de echtgenoten? Zo ja, onder welke voorwaarden?
De echtgenoten kunnen de huwelijkse voorwaarden/het huwelijkscontract te allen tijde wijzigen, op voorwaarde dat wordt voldaan aan de in 3.2 beschreven formele eisen. Het Poolse recht bepaalt geen minimum termijn tussen het opstellen en het wijzigen van de huwelijkse voorwaarden/het huwelijkscontract.3.5. Kan een huwelijkscontract terugwerkende kracht krijgen volgens de nationale wetgeving in uw land, wanneer echtgenoten dit contract tijdens het huwelijk sluiten?
Nee, volgens de Poolse wet hebben huwelijkscontracten geen terugwerkende kracht (artikel 47 van het Poolse wetboek inzake familie en voogdij).In Polen bestaat er geen afzonderlijk register voor huwelijkse voorwaarden/huwelijkscontracten.
Op basis van de Wet betreffende Registers van Nationale Rechtbanken, wordt er een ondernemersregister bijgehouden. De Wet voorziet in het opnemen van informatie over het huwelijksvermogensregime van personen die zijn opgenomen in het register als ondernemers of partners in handelsvennootschappen. De gegevens in het register zijn openbaar toegankelijk. Daarom wordt in dit geval voldaan aan de eis om een contractpartij op de hoogte te brengen van het aangaan van de huwelijkse voorwaarden/het huwelijkscontract door een aantekening over het huwelijksvermogensregime op te nemen in het vermelde register (zie 3.1).
Op basis van de Wet betreffende Registers van Nationale Rechtbanken, wordt er een ondernemersregister bijgehouden. De Wet voorziet in het opnemen van informatie over het huwelijksvermogensregime van personen die zijn opgenomen in het register als ondernemers of partners in handelsvennootschappen. De gegevens in het register zijn openbaar toegankelijk. Daarom wordt in dit geval voldaan aan de eis om een contractpartij op de hoogte te brengen van het aangaan van de huwelijkse voorwaarden/het huwelijkscontract door een aantekening over het huwelijksvermogensregime op te nemen in het vermelde register (zie 3.1).
4.5. Kan een in het buitenland gesloten huwelijkscontract naar buitenlands recht in uw land worden geregistreerd? Zo ja, onder welke voorwaarden of formaliteiten?
In Polen bestaat geen register van huwelijkscontracten, ongeacht of deze in Polen, dan wel in het buitenland zijn gesloten. De rechtsgeldigheid van een buiten Polen gesloten huwelijkscontract hangt af van de Poolse collisieregels betreffende de betrokken rechtshandeling.5.1. Hoe wordt het vermogen (goederen rechten) verdeeld?
Als het wettelijke regime van gemeenschap van goederen wordt beëindigd, worden de gemeenschappelijke goederen en de verdeling ervan respectievelijk beheerst door de bepalingen met betrekking tot gezamenlijk geërfde activa en de verdeling van nalatenschappen (Art. 46 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij).De gemeenschappelijke goederen kunnen worden verdeeld wanneer de gemeenschap van goederen wordt beëindigd tijdens het huwelijk, bijvoorbeeld naar aanleiding van een gerechtelijke beslissing of een overeenkomst, of wanneer de gemeenschap van goederen wordt beëindigd na ontbinding van het huwelijk (door echtscheiding of scheiding van tafel en bed). Scheidings- of echtscheidingsprocedures hebben geen betrekking op de verdeling van gemeenschappelijke goederen. Meestal worden de gemeenschappelijke goederen verdeeld in een afzonderlijke procedure. Scheiding en echtscheiding worden uitgesproken bij gerechtelijke beslissing. Gemeenschappelijke goederen kunnen worden verdeeld door de rechtbank of uit hoofde van een overeenkomst in de vorm van een authentieke notariële akte, als er onroerende goederen tot de gemeenschap van goederen behoren (dit geldt ook voor andere bijzondere rechten).
Elke echtgenoot heeft recht op een gelijk aandeel in de gemeenschap van goederen, tenzij anders bepaald in de huwelijkse voorwaarden/het huwelijkscontract. De rechtbank kan verzocht worden een ongelijke verdeling op te leggen (Art. 501 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij).
Elke echtgenoot moet alle uitgaven en kosten die uit zijn/haar eigen goederen werden voldaan uit de gemeenschap terugbetalen, met uitzondering van uitgaven en kosten voor activa die inkomsten hebben opgeleverd. Een echtgenoot kan eisen dat de kosten en uitgaven die werden voldaan uit zijn/haar eigen goederen uitde gemeenschap worden terugbetaald. Geen van de echtgenoten kan terugbetaling eisen van kosten en uitgaven die werden betaald om te voldoen aan de behoeften van het gezin, tenzij hierdoor de waarde van de gemeenschap toenam op het ogenblik waarop de gemeenschap van goederen werd beëindigd. De terugbetaling vindt plaats bij het verdelen van de gemeenschap van goederen. De rechtbank kan echter beslissen dat de uitgaven eerder moeten worden terugbetaald als dit noodzakelijk is voor het welzijn van het gezin (Art. 45 lid 1 en 2 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij).
5.2. Wie is aansprakelijk voor de bestaande schulden na echtscheiding/scheiding?
Echtgenoten blijven aansprakelijk voor bestaande schulden na echtscheiding/scheiding. Onder de verdeling van de gemeenschap van goederen vallen geen schulden. Alle overeenkomsten tussen de echtgenoten betreffende de terugbetaling van schulden zijn nietig ten aanzien van schuldeisers, tenzij een schuldeiser ermee instemt dat één van de echtgenoten de schuld op zich neemt.5.3. Kan een echtgenoot aanspraak maken op een vergoeding jegens de ander?
In het geval van beëindiging van een overeengekomen regime van scheiding van goederen met verrekening van aanwinsten kan de toegenomen waarde van de goederen van elke echtgenoot tijdens het regime worden verrekend door betaling of in natura (Art. 514 lid 1 van het Wetboek betreffende Familie en Voogdij). De vordering van een dergelijke verrekening verjaart na tien jaar (Art. 118 van het Burgerlijk Wetboek).De echtgenoten erven van elkaar, ongeacht het toepasselijke huwelijksvermogensregime. Bijvoorbeeld, in het geval van gemeenschap van goederen, behoudt de langstlevende echtgenoot zijn/haar deel bestaande uit de helft van de gemeenschap van goederen en verwerft laatstgenoemde een behoorlijk aandeel in de gemeenschap van goederen waartoe de overleden echtgenoot gerechtigd was. In het geval van overlijden zonder testament erven eerst de kinderen en echtgenoot van de overledene krachtens de wet in gelijke delen. Het aandeel waartoe de langstlevende echtgenoot gerechtigd is, kan echter niet minder zijn dan één vierde van de volledige nalatenschap. Als de overledene geen afstammelingen heeft, komt de erfenis toe aan de langstlevende echtgenoot en de ouders van de overledene. Als een van de ouders van de overledene is overleden voordat de erfenis wordt verdeeld, wordt het deel van de erfenis waartoe de overledene ouder zou zijn gerechtigd in gelijke delen geërfd door de broers en zusters van de overleden echtgenoot. Het aandeel van de langstlevende echtgenoot in de erfenis bedraagt de helft van de erfenis als hij/zij samen met de ouders, broers en zusters en nakomelingen van de broers en zusters van de overledene erft. Als de overledene geen nakomelingen, ouders, broers of zusters of afstammelingen van broers of zusters achterlaat, komt de volledige nalatenschap toe aan de langstlevende echtgenoot (Art. 931-933 van het Burgerlijk Wetboek).
De langstlevende echtgenoot en andere familieleden van de overledene die bij de echtgenoten woonden tot op de datum van overlijden, hebben het recht om het huis en de huisraad te blijven gebruiken tot drie maanden nadat de is opengevallen(Art. 923 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek).
De langstlevende echtgenoot en andere familieleden van de overledene die bij de echtgenoten woonden tot op de datum van overlijden, hebben het recht om het huis en de huisraad te blijven gebruiken tot drie maanden nadat de is opengevallen(Art. 923 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek).
Nee.
Er is geen wettelijke regeling voor geregistreerde of niet-geregistreerde partnerschappen.
In zaken die worden beslecht via een procedure op tegenspraak zijn de Poolse rechtbanken bevoegd voor huwelijksaangelegenheden en aangelegenheden met betrekking tot de vermogensrelaties van de echtgenoten, als de verweerder in Polen woonachtig is of verblijft of, zo niet, als:
De Poolse rechtbanken zijn exclusief bevoegd als beide echtgenoten Poolse staatsburgers zijn en beiden hun woon- en verblijfplaats hebben gevestigd in Polen (Art. 1103 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). In zaken die worden beslecht op gezamenlijk verzoek zijn de Poolse rechtbanken bevoegd voor huwelijksaangelegenheden als een van de echtgenoten of een van de personen die wenst te trouwen een Poolse staatsburger is of een buitenlander is met woon- of verblijfplaats in Polen, of in Polen wenst te trouwen. Zaken met betrekking tot de verdeling van de gemeenschapvan goederen bij beëindiging daarvan vallen eveneens onder de bevoegdheid van de Poolse rechtbanken wanneer de gemeenschapvan goederen of een aanzienlijk deel ervan zich in Polen bevinden (Art. 1106 1van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).
- De laatste gemeenschappelijke woonplaats of de laatste gemeenschappelijke verblijfplaats van beide echtgenoten in Polen was gevestigd en één echtgenoot nog steeds in Polen woont of verblijft; of
- De eisende echtgenoot ten minste één jaar vlak voor aanvang van de procedure in Polen woont of verblijft; of
- De eisende echtgenoot een Poolse staatsburger is en ten minste zes maanden vlak voor aanvang van de procedure in Polen woonde of verbleef; of
- Beide echtgenoten Poolse staatsburgers zijn.
De Poolse rechtbanken zijn exclusief bevoegd als beide echtgenoten Poolse staatsburgers zijn en beiden hun woon- en verblijfplaats hebben gevestigd in Polen (Art. 1103 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). In zaken die worden beslecht op gezamenlijk verzoek zijn de Poolse rechtbanken bevoegd voor huwelijksaangelegenheden als een van de echtgenoten of een van de personen die wenst te trouwen een Poolse staatsburger is of een buitenlander is met woon- of verblijfplaats in Polen, of in Polen wenst te trouwen. Zaken met betrekking tot de verdeling van de gemeenschapvan goederen bij beëindiging daarvan vallen eveneens onder de bevoegdheid van de Poolse rechtbanken wanneer de gemeenschapvan goederen of een aanzienlijk deel ervan zich in Polen bevinden (Art. 1106 1van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).