
Koppels in Tsjechië
Last updated on: 11.05.2022
De versie in de Engelse en nationale taal van deze pagina wordt onderhouden door het nationale contactpunt. Het vertalen en bijwerken in de overige talen wordt geleidelijk uitgevoerd. Daarom is het mogelijk dat eventuele recente updates niet beschikbaar zijn in uw taal. Raadpleeg voor de meest recente informatie het Engels of de nationale taal van het land waarover u informatie zoekt.
1.1. Welk recht is van toepassing op het vermogen van de echtgenoten? Welke criteria/regels worden gebruikt om het toepasselijke recht te bepalen? Welke internationale verdragen moeten worden gerespecteerd met betrekking tot bepaalde landen?
De basisregels voor het bepalen van het toepasselijke recht kunnen worden gevonden in Wet nr. 91/2012 Sb. betreffende Internationaal Privaatrecht. Overeenkomstig artikel 49, lid 3 van de Wet betreffende Internationaal Privaatrecht worden vermogensrechtelijke rechtsbetrekkingen tussen echtgenoten beheerst door het recht van het land van de verblijfplaats van de echtgenoten. Indien de echtgenoten hun gewone verblijfplaats in verschillende landen hebben, worden hun vermogensrechtelijke betrekkingen beheerst door het recht van het land waarvan beide echtgenoten staatsburger zijn. Indien de echtgenoten niet dezelfde nationaliteit hebben, worden deze rechtsbetrekkingen beheerst door het Tsjechische recht. Deze materie wordt tevens geregeld in bilaterale verdragen betreffende rechtsbijstand in civiele, handels- en familiezaken die zijn gesloten tussen de Tsjechische Republiek en voormalige socialistische landen (bijv. verdrag met Bulgarije d.d. 25.11.1976, verdrag met Polen d.d. 21.12.1978, verdrag met de voormalige Socialistische Federale Republiek Joegoslavië d.d. 21.1.1964, verdrag met Roemenië d.d. 11.07.1994), waarbij de verbindende factor van nationaliteit beslissend is voor de bepaling van het toepasselijk recht. Er wordt alleen rekening gehouden met de verbindende factor van de gezamenlijke verblijfplaats indien de echtgenoten niet dezelfde nationaliteit hebben. Het Verdrag met de voormalige Sovjet-Unie, ondertekend op 12.08.1982 (bindend met betrekking tot Rusland, Moldavië, Kirgizië en Georgië), en het Verdrag met Oekraïne d.d. 28.05.2001, hanteren als de verbindende factor de gezamenlijke verblijfplaats van de echtgenoten. De bepalingen opgenomen in deze internationale verdragen zullen toegepast worden in plaats van de wettelijke regeling in de Wet betreffende Internationaal Privaatrecht.Geregistreerde partnerschappen en gelijkwaardige relaties en hun gevolgen, inclusief de wijziging van persoonlijke en vermogensrechtelijke rechtsbetrekkingen tussen de partners, worden beheerst door het recht van het land waarin het partnerschap of de gelijkwaardige relatie werd geregistreerd (Art. 67, lid 2 van de Wet betreffende Internationaal Privaatrecht).
1.2. Hebben de echtgenoten de mogelijkheid het toepasselijke recht te kiezen? Zo ja, door welke beginselen wordt deze keuze dan bepaald (bijvoorbeeld voor welk recht kan gekozen worden, vormvereisten, retroactiviteit)?
Overeenkomstig Art. 49, lid 4 van de Wet betreffende Internationaal Privaatrecht kunnen echtgenoten overeenkomen dat hun vermogensrechtelijke rechtsbetrekkingen beheerst worden door:- het recht van het land waarvan één van de echtgenoten staatsburger is, of
- het recht van het land waarin één van de echtgenoten zijn/haar gewone verblijfplaats heeft, of
- in geval van onroerend goed, het recht van het land waar het onroerend goed gelegen is, of
- het Tsjechisch recht.
Deze overeenkomst moet worden opgesteld door een notaris in de vorm van een authentieke akte of een gelijkwaardige vorm, indien de overeenkomst in het buitenland wordt aangegaan.
2.1. Beschrijf de algemene beginselen: Welke goederen maken deel uit van de gemeenschap van goederen? Welke goederen zijn onderdeel van het privé vermogen van de echtgenoten?
Het wettelijk huwelijksvermogensstelsel in de Tsjechische Republiek is dat van gemeenschap van goederen, dat wordt beheerst door het Burgerlijk Wetboek (Wet nr. 89/2012 Sb.).Een meer gedetailleerd overzicht van de gemeenschap van goederen is te vinden in de Artikelen 709, 710 en 3020 van het Burgerlijk Wetboek, waarin bepaald wordt dat de gemeenschap van goederen van echtgenoten bestaat uit:
- Activa die door één echtgenoot of beide echtgenoten zijn verworven tijdens het huwelijk, met uitzondering van activa die:
-
- voorzien in de persoonlijke behoeften van één van de echtgenoten,
- door slechts één van de echtgenoten werden verworven middels een schenking, erfenis of legaat, tenzij de schenker tijdens de schenking of de overledene in zijn/haar testament een andere intentie kenbaar heeft gemaakt,
- door één van de echtgenoten zijn verkregen als vergoeding voor de aantasting van zijn/haar persoonlijke rechten, zonder aan het vermogen te raken,
- door één van de echtgenoten werden verworven door een rechtshandeling met betrekking tot zijn/haar eigen vermogen,
- door één van de echtgenoten zijn verkregen als vergoeding voor schade aan, vernieling of verlies van zijn/haar eigen vermogen,
- op basis van restitutiewetgeving werden teruggegeven aan de echtgenoot die voorafgaand aan het huwelijk eigenaar daarvan was, of die de wettelijke erfgenaam van de oorspronkelijke eigenaar is.
De gemeenschap van goederen van echtgenoten omvat eveneens de winst afkomstig uit het persoonlijk vermogen van een echtgenoot, evenals het aandeel van de echtgenoot in een vennootschap of coöperatieve, indien de echtgenoot vennoot van de vennootschap of lid van de coöperatie werd tijdens het huwelijk (tenzij de verwerving van het aandeel onder één van de bovenvermelde uitzonderingen viel).
- Schulden die de echtgenoten tijdens het huwelijk hebben opgelopen, met uitzondering van:
- schulden inzake activa die behoren tot de persoonlijke eigendom van slechts één van de echtgenoten en waarvan de omvang de winst die hieruit voortspruit, overstijgt, of
- schulden die zijn aangegaan door één van de echtgenoten zonder toestemming van de andere echtgenoot, en zonder dat dit betrekking heeft op het voorzien in de dagelijkse of gemeenschappelijke behoeften van het gezin.
2.2. Zijn er wettelijke veronderstellingen met betrekking tot de toekenning van goederen?
De Tsjechische wetgeving voorziet momenteel niet in dergelijke aanname.2.3. Moeten de echtgenoten een inventaris van de bezittingen opstellen? Zo ja, wanneer en hoe?
Er is geen bepaling die leidt tot een verplichting voor het opstellen van een inventaris van activa. Desalniettemin is het aan te raden om een inventaris op te stellen met betrekking tot de verdeling van de gemeenschap van goederen van de echtgenoten in geval van beëindiging van de gemeenschap (namelijk, bij ontbinding van het huwelijk of overlijden van één echtgenoot).2.4. Wie is verantwoordelijk voor het beheer van het vermogen? Wie mag goederen vervreemden? Mag één echtgenoot alleen de goederen vervreemden/beheren of is de toestemming van de andere echtgenoot nodig (bijvoorbeeld in geval van vervreemding van echtelijke woning)? Welk effect heeft de ontbrekende toestemming op de geldigheid van een overdracht en op de tegenwerpbaarheid daarvan aan een derde?
Beide echtgenoten (of één van hen, conform een overeenkomst) gebruiken en beheren gezamenlijk de activa die deel uitmaken van hun gemeenschap van goederen. Het normale beheer van de activa die deel uitmaken van de gemeenschap van goederen kan door elk van beide echtgenoten worden uitgevoerd (bijv. afwikkeling van gezamenlijke huishoudelijke zaken, betaling van normale verplichtingen, zoals huur en bijbehorende diensten, levensmiddelen, aankoop van normale consumentengoederen). In gevallen die niet tot het normale beheer van de gemeenschap van goederen behoren (bv. overdracht van onroerend goed of activa van een hogere waarde of hypothekeren van een onroerend goed), is de toestemming van beide echtgenoten vereist. Indien één van de echtgenoten zonder gegronde reden weigert toestemming te geven of niet in staat is om zijn/haar wens bekend te maken, kan zijn/haar toestemming worden vervangen door toestemming van de rechtbank op verzoek van de andere echtgenoot. Indien één van de echtgenoten handelt zonder toestemming van de andere echtgenoot in gevallen waar de toestemming van beide echtgenoten vereist is, kan de andere echtgenoot nietigverklaring van de handeling vorderen (artikelen 713 en 714 van het Burgerlijk Wetboek). Indien hij/zij echter verzuimt de nietigverklaring in te roepen, blijft de handeling van kracht (artikel 586, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek). Deze bepalingen zijn alleen van toepassing indien niet anders bepaald is in een huwelijkscontract of een gerechtelijke beslissing.2.5. Is een overdracht verricht door de ene echtgenoot ook bindend voor de andere?
Beide echtgenoten zijn gezamenlijk en hoofdelijk gerechtigd en aansprakelijk voor rechtshandelingen betreffende de gemeenschap van goederen die door één van beide echtgenoten zijn uitgevoerd als onderdeel van het normale beheer (artikel 713, lid 3 van het Burgerlijk Wetboek).2.6. Wie is aansprakelijk voor de schulden tijdens het huwelijk? Op welke goederen kunnen schuldeisers zich verhalen?
Beide echtgenoten zijn gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor schulden die verband houden met hun gemeenschap van goederen (artikel 713, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek). Deze schulden kunnen worden voldaan uit de gemeenschap van goederen van de echtgenoten of uit het persoonlijk vermogen van elke echtgenoot.Het huwelijkscontract kan de gezamenlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid van de echtgenoten voor schulden uitsluiten, maar deze overeenkomst is enkel tegenwerpbaar aan derden indien de derde daarmee instemt (artikel 719, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek) of indien het huwelijkscontract, op verzoek van beide echtgenoten, is ingeschreven in het openbaar register der huwelijkscontracten (artikel 721, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek).
De echtgenoten blijven persoonlijk aansprakelijk voor schulden die geen deel uitmaken van de gemeenschap van goederen van de echtgenoten, dit zijn in principe:
- schulden met betrekking tot hun persoonlijk vermogen, in de mate waarin deze schulden de winsten uit het vermogen overschrijden,
- schulden die door één van de echtgenoten werden overgenomen zonder de toestemming van de andere echtgenoot en die niet voorzien in de dagelijkse behoeften van het gezin,
- schulden die voortvloeien uit het wangedrag van één van de echtgenoten,
- schulden tegenover de staat en andere autoriteiten,
- schulden opgelopen voor het huwelijk.
In tenuitvoerleggingsprocedures kunnen deze schulden (met uitzondering van de schulden opgelopen voor het huwelijk) niet alleen worden voldaan vanuit het persoonlijk vermogen van de aansprakelijke echtgenoot, maar ook vanuit de gemeenschap van goederen van de echtgenoten.
3.1. Van welke bepalingen kunnen de echtgenoten afwijken door een contract te makenen en welke niet? Voor welk huwelijksvermogenstelsel kunnen zij kiezen?
(Toekomstige) echtgenoten kunnen door middel van een huwelijkscontract een ander huwelijksvermogensstelsel overeenkomen dan het wettelijke. Zij kunnen een stelsel van scheiding van goederen bedingen, een stelsel waarbij de gemeenschap van goederen pas gevormd wordt vanaf de datum van de beëindiging van het huwelijk, evenals een uitbreiding of beperking van de omvang van de gemeenschap van goederen (artikel 717 van het Burgerlijk Wetboek). Het contract kan in principe betrekking hebben op alle overeenkomsten die niet bij wet verboden zijn – het mag met name afwijken van de wet bij het bepalen van de voorwaarden voor het opnemen/uitsluiten van toekomstige activa in/van de gemeenschap van goederen. Dit betekent bijvoorbeeld dat echtgenoten kunnen overeenkomen dat activa (bijv. onroerend goed) waarvan één van beide echtgenoten de enige eigenaar is, onderdeel zullen uitmaken van de gemeenschap van goederen van de echtgenoten. Het huwelijkscontract kan ook de vermogensrechtelijke rechtsbetrekkingen regelen ingeval van beëindiging van het huwelijk door echtscheiding of overlijden (artikel 718, lid 1 en 2 van het Burgerlijk Wetboek). Het huwelijkscontract kan het beheer van de gemeenschap van goederen ook aanpassen naar gelang de behoeften van de echtgenoten.Maar zelfs onder het stelsel van scheiding van goederen kan het huwelijkscontract in principe het vereiste niet opheffen dat beide echtgenoten hun toestemming moeten geven om te beschikken over de zogenaamde gebruikelijke inrichting van het gezinshuishouden (dit zijn roerende goederen die voorzien in de vitale behoeften van het gezin, ongeacht of deze toebehoren aan de gemeenschap van goederen dan wel slechts aan één van de echtgenoten) (artikel 718, lid 3 van het Burgerlijk Wetboek). Bovendien mag het huwelijkscontract door zijn gevolgen de bevoegdheid van een echtgenoot om te voorzien in het onderhoud van het gezin niet uitsluiten en mag het de rechten van derden niet beïnvloeden, tenzij de derde daarmee instemt of indien het contract op verzoek van beide echtgenoten geregistreerd werd in een openbaar register der huwelijkscontracten (artikelen 719 en 721 van het Burgerlijk Wetboek).
3.2. Wat zijn de formele vereisten en met wie moet ik contact opnemen?
Dergelijke contracten moeten worden opgesteld door een notaris in de vorm van een authentieke akte (artikel 716, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek).3.3. Wanneer kan het contract worden gesloten en wanneer treedt het in werking?
Het huwelijkscontract mag worden overeengekomen op enig moment gedurende het huwelijk of voorafgaand aan de sluiting van het huwelijk. In het eerste geval wordt het huwelijkscontract van kracht op het moment van sluiten, in het tweede geval wanneer de echtgenoten wettelijk het huwelijk aangaan.Indien het voorwerp van het huwelijkscontract echter een goed betreft dat is geregistreerd in een openbaar register (bv. onroerend goed) dat al deel uitmaakt van de gemeenschap van goederen van de echtgenoten of dat toebehoort aan slechts één van beide echtgenoten, is het contract voor dit deel slechts van kracht ten aanzien van derden na de registratie in het openbaar register (artikel 720, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek). Indien de echtgenoten echter een terugwerkende kracht toeschrijven aan het door hun vastgelegde stelsel, zijn voormelde bepalingen inzake het ogenblik van tegenwerpbaarheid aan derden, van geen belang.
3.4. Kan een bestaand contract gewijzigd worden door de echtgenoten? Zo ja, onder welke voorwaarden?
Het staat de echtgenoten vrij het bestaande huwelijkscontract in onderling akkoord te wijzigen. Ook voor deze nieuwe overeenkomst is de vereiste vorm die van een authentieke akte opgesteld door een notaris. Het stelsel van gemeenschap van goederen mag ook worden gewijzigd als gevolg van een beslissing van de rechtbank (op verzoek van één van beide echtgenoten). Dergelijke wijziging vereist een onderling akkoord tussen de echtgenoten of een beslissing van de rechtbank inzake de verschillende onderdelen van de gemeenschap van goederen van de echtgenoten in het bestaande huwelijksvermogensstelsel. Ook deze wijzigingen zijn slechts onder bepaalde voorwaarden tegenwerpbaar aan derden.3.5. Kan een huwelijkscontract terugwerkende kracht krijgen volgens de nationale wetgeving in uw land, wanneer echtgenoten dit contract tijdens het huwelijk sluiten?
Nee. Overeenkomstig artikel 716, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek kan aan huwelijkscontracten geen terugwerkende kracht worden verleend.4.1. Bestaan er één of meer huwelijksvermogensregisters in uw land? Waar?
Er bestaan twee registers voor huwelijkscontracten in de Tsjechische Republiek.- Lijst van akten inzake het huwelijksvermogensstelsel – een openbaar elektronisch register
- Een register van akten inzake het huwelijksvermogensstelsel – een niet-openbaar elektronisch register.
Beide registers worden bijgehouden en beheerd door de Notariële Kamer van de Tsjechische Republiek.
4.2. Welke documenten worden geregistreerd? Welke informatie wordt geregistreerd?
4.3. Hoe en door wie kan de informatie in het register worden geraadpleegd?
Lijst van akten inzake het huwelijksvermogensstelselDe Lijst van akten is bedoeld voor het inschrijven van huwelijkscontracten (of overeenkomsten die dergelijke contracten wijzigen) en vonnissen betreffende het huwelijksvermogensstelsel. Deze Lijst bevat een index en een verzameling van akten.
De volgende gegevens worden in deze Lijst opgenomen:
- voornaam, achternaam, geboortedatum en verblijfplaats van de (toekomstige) echtgenoten,
- de datum waarop het huwelijkscontract werd gesloten en in werking trad, een beschrijving van het overeengekomen stelsel conform het Burgerlijk Wetboek en de voornaam, achternaam en vestigingsplaats van de notaris die het huwelijkscontract heeft opgesteld, of
- de datum waarop de gerechtelijke beslissing inzake het huwelijksvermogensstelsel werd uitgesproken en van kracht werd, het dossiernummer, de naam van de rechtbank die de beslissing heeft genomen en een vermelding of de rechtbank in kwestie de gemeenschap van goederen van de echtgenoten heeft vernietigd of verlengd, de huidige omvang ervan heeft beperkt, of het huwelijksvermogensstelsel heeft gewijzigd,
- andere informatie indien nodig.
De Verzameling van akten omvat een afschrift van het huwelijkscontract of een uitspraak van de rechtbank.
Het huwelijkscontract wordt enkel ingeschreven in de Lijst indien dit bedongen is in het huwelijkscontract, of op verzoek van beide echtgenoten. De inschrijving van vonnissen inzake het huwelijksvermogensstelsel is daarentegen verplicht, ongeacht de wens van de echtgenoten.
De Lijst is openbaar en de Notariële Kamer van de Tsjechische Republiek publiceert informatie die wordt opgenomen in de Lijst zodanig dat toegang vanop afstand mogelijk is. Elke notaris moet op eenieders verzoek een kopie van het huwelijkscontract of van de beslissing van de rechtbank uit de Verzameling van akten uitreiken, of zo nodig bevestigen dat dergelijke akte niet in de Lijst is ingeschreven (artikelen 35j – 35l van Wet nr. 358/1992 Sb. betreffende Notarissen en hun activiteiten (“Notariële Procedures”)).
Register van akten inzake het huwelijksvermogensstelsel
Ook het Register van akten is bedoeld voor het registreren van huwelijkscontracten (of overeenkomsten die dergelijke contracten wijzigen) en vonnissen inzake het huwelijksvermogensstelsel.
De volgende gegevens worden in dit Register opgenomen:
- voornaam, achternaam, geboortedatum en verblijfplaats van de (toekomstige) echtgenoten,
- voornaam, achternaam en vestigingsplaats van de notaris bij wie het huwelijkscontract gedeponeerd werd (of gelijkwaardige informatie inzake het vonnis van de rechtbank),
- het dossiernummer en de datum van het contract (of gelijkwaardige informatie inzake het vonnis van de rechtbank),
- de registratiedatum.
Enkel de notaris die het huwelijkscontract heeft opgesteld en de Notariële Kamer van de Tsjechische Republiek hebben echter toegang tot de informatie in het Register. Het Register dient uitsluitend als informatiebron voor het toepasselijke huwelijksvermogensstelsel bij de afwikkeling van erfzaken in geval van overlijden van één van beide echtgenoten. Op verzoek van de notaris die van de rechtbank de bevoegdheid heeft gekregen om de erfenis af te wikkelen, verstrekt de Notariële Kamer aan de notaris informatie over de vraag of een huwelijkscontract (of meer contracten (overeenkomsten)) aangegaan door de overledene, geregistreerd is en bij welke notaris dit gedeponeerd is, dan wel of een vonnis van de rechtbank over het huwelijksvermogensstelsel van de testateur werd geregistreerd. Alle bovenstaande gegevens worden doorgegeven aan de notaris (artikel 35d van de Notariële Procedures).
4.4. Wat zijn de juridische gevolgen van registratie (geldigheid, tegenstelbaarheid)?
Lijst van akten inzake het huwelijksvermogensstelselIndien het huwelijkscontract of het vonnis van de rechtbank inzake het huwelijksvermogensstelsel werd geregistreerd in de Lijst, kan het echtpaar dit tegenwerpen aan derden, zelfs indien zij niet vertrouwd waren met de inhoud daarvan (artikel 35, lid 1 van de Notariële Procedures).
Register van akten inzake het huwelijksvermogensstelsel
Inschrijvingen in het Register zijn niet juridisch bindend. Het Register dient uitsluitend voor informatiedoeleinden.
4.5. Kan een in het buitenland gesloten huwelijkscontract naar buitenlands recht in uw land worden geregistreerd? Zo ja, onder welke voorwaarden of formaliteiten?
Nee. Buitenlandse huwelijkscontracten kunnen in Tsjechië niet worden geregistreerd.5.1. Hoe wordt het vermogen (goederen rechten) verdeeld?
Volgens het Tsjechische recht wordt het stelsel van gemeenschap van goederen beëindigd als gevolg van echtscheiding, overlijden van één van beide echtgenoten of in een aantal andere bij wet voorgeschreven gevallen. Bij beëindiging van het stelsel worden de rechten en plichten die tot dusver gemeenschappelijk aan beide echtgenoten waren, verdeeld.De echtgenoten (voormalige echtgenoten) kunnen afspraken maken over de verdelingswijze (maar deze mag de rechten van derden niet beïnvloeden), of kunnen eventueel voorstellen dat de rechtbank beslist over de verdeling (artikelen 740 en 765 van het Burgerlijk Wetboek). De verdeling door de rechtbank (en indien nodig ook de verdeling bij overeenkomst door de echtgenoten) is gebaseerd op het principe dat de belangen van beide echtgenoten in het te verdelen vermogen gelijk zijn. Er moet echter rekening worden gehouden met de volgende elementen: in het bijzonder de behoeften van de kinderen, verder ook hoe elke echtgenoot voor het gezin zorgde en hoe hij/zij bijdroeg in de verwerving en het onderhoud van het gemeenschappelijk vermogen. Tegelijkertijd moet elke echtgenoot vergoeden wat uit de gemeenschap van goederen werd uitgegeven aan zijn/haar persoonlijk vermogen, en kan hij/zij vergoeding eisen van wat hij/zij uit zijn/haar persoonlijk vermogen heeft besteed aan de gemeenschap van goederen (artikel 742 van het Burgerlijk Wetboek).
Indien de gemeenschap van goederen uiterlijk drie jaar na de beëindiging van de gemeenschap niet werd verdeeld (zelfs niet middels een overeenkomst tussen de echtgenoten), noch een verzoekschrift tot verdeling bij de rechtbank werd ingediend tijdens deze periode, zal de verdeling overeenkomstig het wettelijk vermoeden als volgt worden uitgevoerd:
- materiële roerende goederen zijn eigendom van de echtgenoot die deze als eigenaar uitsluitend gebruikt voor zijn/haar eigen behoeften, voor de behoeften van zijn/haar gezin of voor het gezinshuishouden,
- andere roerende en onroerende goederen zijn de gezamenlijke eigendom van beide echtgenoten, met gelijkwaardige aandelen (artikel 741 van het Burgerlijk Wetboek).
Dezelfde regels gelden indien de gemeenschap van goederen door het huwelijkscontract werd beperkt of ontbonden.
5.2. Wie is aansprakelijk voor de bestaande schulden na echtscheiding/scheiding?
Beide echtgenoten blijven gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk tegenover derden voor schulden die betrekking hebben op de gemeenschap van goederen en werden opgelopen tijdens het huwelijk, omdat de verdeling van het vermogen geen invloed mag hebben op de rechten van derden. Overigens kunnen derden de verdeling middels een gerechtelijke uitspraak ten aanzien van hen nietig laten verklaren. Bijgevolg is de verdeling van schulden enkel geldig tussen de echtgenoten (artikel 737 van het Burgerlijk Wetboek).De echtgenoten zijn ieder afzonderlijk aansprakelijk voor schulden die verband houden met hun persoonlijk vermogen.
5.3.1. In geval van het stelsel van gemeenschap van overschot:
- Moet de aanspraak worden voldaan door middel van betaling of in natura?
- Hoe wordt de aanspraak beoordeeld?
- Wat is het bedrag van de vergoeding?
- Wanneer is de aanspraak verjaard?
Er bestaat in de Tsjechische Republiek geen stelsel van wettelijk deelgenootschap.
5.3.2. In andere gevallen (geen gemeenschap van overschot)?
Iedere echtgenoot staat in voor de vergoeding van hetgeen uit de gemeenschap van goederen werd uitgegeven voor zijn/haar persoonlijk vermogen en heeft het recht vergoeding te vragen voor hetgeen hij/zij heeft betaald aan de gemeenschap van goederen uit zijn/haar eigen gelden(artikel 742 van het Burgerlijk Wetboek).
Er bestaan geen wettelijk voorgeschreven regels met betrekking tot de vraag of de vordering moet worden voldaan door middel van geldelijke betaling of betaling in natura.
In erfrechtelijke procedures worden de eigendomsrechten en -plichten van de voormalige echtgenoten vastgesteld op basis van het vermogensstelsel dat tussen hen bestond (m.a.w. ofwel het wettelijk stelsel, het stelsel volgens het huwelijkscontract of het stelsel vastgelegd door een rechterlijke beslissing) en ook overeenkomstig de instructies (testament) die door de overleden echtgenoot werden gegeven met betrekking tot zijn/haar vermogen in geval van zijn/haar overlijden. Indien nodig worden de beginselen voor de verdeling van vermogen door de rechtbank, vermeld in punt 5.1, toegepast. De langstlevende echtgenoot en de erfgenamen kunnen echter anders overeenkomen (artikel 764, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek).
Het aandeel van de overledene in de beëindigde en verdeelde gemeenschap van goederen (meestal de helft van de ontbonden gemeenschap van goederen) maakt deel uit van zijn/haar nalatenschap (samen met zijn/haar persoonlijk vermogen) hetgeen aldus onderhevig is aan de erfopvolging. De langstlevende echtgenoot en de kinderen van de overledene erven in eerste graad van erfopvolging, elk van hen in gelijke delen (artikel 1635, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek).
Het aandeel van de overledene in de beëindigde en verdeelde gemeenschap van goederen (meestal de helft van de ontbonden gemeenschap van goederen) maakt deel uit van zijn/haar nalatenschap (samen met zijn/haar persoonlijk vermogen) hetgeen aldus onderhevig is aan de erfopvolging. De langstlevende echtgenoot en de kinderen van de overledene erven in eerste graad van erfopvolging, elk van hen in gelijke delen (artikel 1635, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek).
Het Tsjechische recht voorziet niet in een speciaal huwelijksvermogensstelsel voor internationale echtparen.
Het Tsjechische recht voorziet niet in een speciaal huwelijksvermogensstelsel voor geregistreerde partners. Geregistreerde partners hebben echter de vrijheid om zelf hun vermogensrechtelijke betrekkingen te regelen middels een overeenkomst. Hetzelfde geldt voor niet-geregistreerde partnerschappen.
Niettemin erven de langstlevende geregistreerde partner en de kinderen van de overledene in de eerste graad van erfopvolging, elk van hen in gelijke delen (artikel 1635, lid 1 en artikel 3020 van het Burgerlijk Wetboek).
Niettemin erven de langstlevende geregistreerde partner en de kinderen van de overledene in de eerste graad van erfopvolging, elk van hen in gelijke delen (artikel 1635, lid 1 en artikel 3020 van het Burgerlijk Wetboek).
De Tsjechische rechtbanken hebben internationale bevoegdheid in echtscheidingsprocedures (en ook in procedures voor de nietigverklaring van het huwelijk alsook om te bepalen of een huwelijk al dan niet bestaat) indien minstens één van beide echtgenoten Tsjechisch staatsburger is, of indien de verweerder zijn/haar gewone verblijfplaats heeft in de Tsjechische Republiek.
Indien beide echtgenoten de buitenlandse nationaliteit hebben en de verweerder zijn/haar gewone verblijfplaats niet in de Tsjechische Republiek of in een andere Lidstaat van de Europese Unie heeft, en hij/zij geen staatsburger is van een Lidstaat van de Europese Unie of zijn verblijfplaats ook niet heeft in het Verenigd Koninkrijk of Ierland, is de Tsjechische rechtbank bevoegd indien:
(Artikel 47 van de Wet betreffende Internationaal Privaatrecht)
De bevoegdheid om te beslissen over de rechten op onroerend goed gelegen in de Tsjechische Republiek behoort uitsluitend toe aan de Tsjechische rechtbanken of andere bevoegde Tsjechische autoriteiten (Artikel 68 van de Wet betreffende Internationaal Privaatrecht). De rechtbanken zijn bevoegd om rechtszaken over erfrecht te behandelen indien de erflater op het ogenblik van zijn/haar overlijden, zijn/haar gewone verblijfplaats had in de Tsjechische Republiek (Artikel 74 van de Wet betreffende Internationaal Privaatrecht).
Wat betreft rechtszaken over het huwelijksvermogen (inclusief de verdeling van de gemeenschap van goederen van de echtgenoten na een echtscheiding) is de arrondissementsrechtbank van het arrondissement waarin de echtgenoten hun laatste verblijfplaats hebben of hadden in de Tsjechische Republiek de bevoegde instantie, indien minstens één van de echtgenoten nog in het arrondissement van deze rechtbank woont. Indien er geen dergelijke rechtbank bestaat, is de bevoegde instantie de rechtbank naar gemeen recht (dit is de rechtbank van de verblijfplaats) van de echtgenoot waar het verzoek om de rechtszaak aan te spannen niet werd ingediend. Indien er ook geen dergelijke rechtbank bestaat, is de bevoegde instantie de rechtbank naar gemeen recht van de echtgenoot die het verzoekschrift om de rechtszaak aan te spannen indiende (Artikelen 373 en 383 van Wet nr. 292/2013 Sb. betreffende Speciale Gerechtelijke Procedures). In gevallen waarin er geen verband is met de echtscheidingszaak, is de bevoegde instantie:
Indien beide echtgenoten de buitenlandse nationaliteit hebben en de verweerder zijn/haar gewone verblijfplaats niet in de Tsjechische Republiek of in een andere Lidstaat van de Europese Unie heeft, en hij/zij geen staatsburger is van een Lidstaat van de Europese Unie of zijn verblijfplaats ook niet heeft in het Verenigd Koninkrijk of Ierland, is de Tsjechische rechtbank bevoegd indien:
- beide echtgenoten hun gewone verblijfplaats hadden in de Tsjechische Republiek en de eiser nog steeds zijn/haar gewone verblijfplaats heeft in de Tsjechische Republiek;
- de eiser zijn/haar gewone verblijfplaats heeft in de Tsjechische Republiek en de tweede echtgenoot toetrad tot het geding, of
- de eiser zijn/haar gewone verblijfplaats heeft in de Tsjechische Republiek en zijn gewone verblijfplaats daar had gedurende ten minste een jaar vooraleer hij/zij de rechtszaak aanspande.
(Artikel 47 van de Wet betreffende Internationaal Privaatrecht)
De bevoegdheid om te beslissen over de rechten op onroerend goed gelegen in de Tsjechische Republiek behoort uitsluitend toe aan de Tsjechische rechtbanken of andere bevoegde Tsjechische autoriteiten (Artikel 68 van de Wet betreffende Internationaal Privaatrecht). De rechtbanken zijn bevoegd om rechtszaken over erfrecht te behandelen indien de erflater op het ogenblik van zijn/haar overlijden, zijn/haar gewone verblijfplaats had in de Tsjechische Republiek (Artikel 74 van de Wet betreffende Internationaal Privaatrecht).
Wat betreft rechtszaken over het huwelijksvermogen (inclusief de verdeling van de gemeenschap van goederen van de echtgenoten na een echtscheiding) is de arrondissementsrechtbank van het arrondissement waarin de echtgenoten hun laatste verblijfplaats hebben of hadden in de Tsjechische Republiek de bevoegde instantie, indien minstens één van de echtgenoten nog in het arrondissement van deze rechtbank woont. Indien er geen dergelijke rechtbank bestaat, is de bevoegde instantie de rechtbank naar gemeen recht (dit is de rechtbank van de verblijfplaats) van de echtgenoot waar het verzoek om de rechtszaak aan te spannen niet werd ingediend. Indien er ook geen dergelijke rechtbank bestaat, is de bevoegde instantie de rechtbank naar gemeen recht van de echtgenoot die het verzoekschrift om de rechtszaak aan te spannen indiende (Artikelen 373 en 383 van Wet nr. 292/2013 Sb. betreffende Speciale Gerechtelijke Procedures). In gevallen waarin er geen verband is met de echtscheidingszaak, is de bevoegde instantie:
- de arrondissementsrechtbank van de verblijfplaats van de gedaagde, of
- indien het onroerend goed betreft, de arrondissementsrechtbank in wiens arrondissement het onroerend goed zich bevindt, of
- indien de scheiding wordt uitgevoerd in het kader van een erfrechtprocedure, de arrondissementsrechtbank in wiens arrondissement de erfrechtprocedure plaatsvindt (artikel 88 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering).